“Een motor die langer dan drie minuten draait, kost meer dan het oplevert!”

De wandelende, zelfs fietsende stadsmens herkent ze goed. Ze zijn dol op winkelstraten. Zelfs voor supermarkten vleien ze zich graag neer. Daar vind je ze ronkend, gehuld in hun blauwe wolk, groots aanwezig. Soms tegen de stoeprand maar vaak midden op de weg, soms zelfs vóór een (open) parkeerplaats. Ze volbrengen trouw hun taak. Het aan- en afl everen van de zo broodnodige producten. Met stationair de motor aan. Want het volgende afl everadres staat al te wachten…. en dan moet je er natuurlijk wél weer op tijd zijn! De vrachtauto moet altijd op scherp staan. Want, druk, druk, druk, de vrachtwagenchauffeur heeft het er maar druk mee… Toch?

Zou hij het echt zo druk hebben? Levert hij zó snel af dat hij geen tijd heeft te parkeren en de motor af te zetten? Of is het een beetje gemakzucht? Hoe dan ook. Bedenk eens hoeveel schade we met deze ‘draaiendemotorgewoonte’ het milieu, onze gezondheid en die van anderen onnodig toebrengen.

Wat die paar (vijf tot tien) minuten draaiende motor uitmaakt? Het lijkt niet veel. Maar vermenigvuldig die eens met het aantal chauffeurs dat deze gewoonte er ook op nahoudt. In die ene straat, die ene stad, dat ene land… die ene wereld. En nog meer….. per dag, per jaar, op een mensenleven. Is dat schrikken! Sterker: die ene chauffeur die dit dagelijks bezigt, doet tevens per jaar een forse bijdrage in de kostenpost van zijn baas. Met slechts die ene wagen, die elke dag, bijna 365 dagen per jaar, de Hollandse wegen berijdt en in vele steden en dorpen producten afl evert.

Waarom we ze, de beroepschauffeurs, dat gebruik zouden moeten afl eren? Omdat deze gewoonte onopvallend een aanslag is op onze portemonnee, onze gezondheid en onze energiebronnen. Natuurlijk weet ook ik, als dochter van een transportondernemer, dat het starten van de motor energie kost. Echter ook ik weet dat een motor die langer dan drie minuten draait meer kost dan oplevert! Ergo: het kost onnodig veel brandstof en je motor slijt er harder van. Dat terwijl we weten dat de gemiddelde transportondernemer veel moeite moet doen om slechts een kleine winstmarge op zijn omzet te bereiken en ook zijn aandeel moet bijdragen in de overheidsmaatregelen die worden getroffen om de milieubelasting te beperken. Is deze gewoonte nog af te leren? Waarom niet? Ik herinner me een anekdote bij een van mijn relaties.

De baas in kwestie heeft op enig moment een vrachtwagen die alvast met ronkende motor klaarstond in een onbewaakt moment letterlijk verplaatst. Dit terwijl de chauffeur van de wagen nog “effe een bakkie ging doen” voordat zijn lange werkdag begon. De chauffeur was volstrekt verbaasd dat juist zijn auto op zijn ‘eigen’ terrein zomaar was gejat. Da’s lastig te melden aan je baas. Zeker als hij weet over het hoe en waarom! Zeer effectief wat mij betreft. Levert dit werkelijk broodnodig tijdwinst op? Zo ja, zou dat kleine beetje tijdwinst ons nou echt gelukkiger maken? Waarom dus niet de motor uit als die niet werkelijk hoeft te doen waarvoorie dient? Dus, motor aan…. is uit!

Patricia de Wilde,
eigenaar Q-trans B.V.

Download deze column
Published On: maart 31st, 2018 / Categorieën: columns /

Deel dit artikel